De liefde en de dood

voetstappen-in-het-zand

Mijn liefste lief

Ik mis je zo

Het doet pijn van binnen.

Ik denk aan jou

En zie je voor me.

Jouw ogen, je lach.

Ik kan je horen.

Ik raak je aan.

En voel jouw passie

door mij gaan.

Jij ging weg

Een ander leven

Onze tijd is geweest

Zo mooi en intens het beleven.

Maar diep in mij

huist nog steeds dat “jij”.

Ik zie je voor me

En streel je gezicht.

Boos ben ik niet

Ik voel alleen het gemis

En die leegte,

die je achterliet.

Het treft mij bij herhaling dat voor mijn gevoel de liefde zich laat horen op gelijke wijze in de verbroken romantische liefdevolle relatie als in het gemis en verdriet in de dood van de partner.

In de liefde ervaar ik een extatisch gevoel van eenheid, een in de liefde maar vooral een met de bron en die is liefde. Hier is een tijdloze stilte, harmonie en verbondenheid, egoloos en een geluksgevoel dat tot tranen kan ontroeren. De verbinding voel je in je borst en buik. Het verstand staat op nul.

In de dood ervaar ik geen dood maar het leven gaat voort. In een geheel andere dimensie, waarvan ik me alleen maar kan voorstellen als ‘WOW’, hoe prachtig moet dat zijn. Zonder dat zware lijf, licht als een veer en niet meer gebonden aan tijd en ruimte. Maar vooral de liefde, de eenheid. Alles is liefde en verbonden met elkaar.

De liefde voor je overleden partner is groter dan jezelf. Je kan jezelf vergeten en de ander die verlossing gunnen, de ander loslaten zodat deze verder kan, dankbaar zijn voor alles wat je hebt mogen delen en wat de ander je heeft geleerd. Daarin vind je de kracht om alleen verder te gaan.

In de liefde en verbinding worden er ook wegen gevonden of gemaakt om elkaar te vinden na de dood. De overledenen zijn er nog maar in een andere dimensie, die wij normaliter niet bewust zijn of kunnen waarnemen. Zij volgen ons en kunnen zich bemoeien met ons leven.

Dat kleine signaaltje dat je ergens opvangt. Een liedje, een woord, een teken, een droom. Jij begrijpt het.

Alles is liefde en daar moet ik me op richten. De liefde in de bron, de liefde in mij en in alles wat is. In het ego is er denken en twijfel, afgunst, angst en wrok. In de liefde is er schoonheid en compassie. Het is geven en niet nemen, liefde zijn en uitdelen en het goddelijke in alles terugzien.

Liefde overstijgt alles en zeker de dood. De dood is slechts het eindpunt van je tijdelijke treinreis Aarde. Het lichaam is op, maar de ziel reist verder om eens weer een nieuwe treinreis te maken. De ziel wil groeien en als we ons ego loslaten horen we vanzelf ons innerlijke stemmetje dat aangeeft wat we daarvoor moeten doen. Deze ziel is eeuwigheid.

als-ik-morgen-dood-ben-hans-andreus

Afbeelding voetstappen: 1stap.com

Aanwezig in afwezigheid

imag2939_1

Je omarmt de vorm die in de leegte is achtergebleven of  je voelt je gesteund door de schaduw die overblijft.

Na het overlijden van een dierbare voelen we ons alleen. Er is een leegte, een verlatenheid. Je kan de ander bij je voelen alsof die er nog is, meedoet, meekijkt of nog zo kan komen binnenwandelen. Je hoort hem op de trap, ruikt hem of hoort zijn stem. Sommigen kunnen de overledene zelfs zien.

Toch voel je je intens geamputeerd, alsof een deel van jezelf weg is. Een diep ontheemd gevoel, als de verwarring wanneer iets vertrouwds dat er altijd is ineens niet op zijn plek is.

Op het moment dat iets er niet meer is ervaar je pas wat het is dat je mist, simpel omdat het er niet meer is. Wat betekende de persoon in je leven?

Je denkt aan hem. Al die dingen die je samen hebt gedaan moet je nu alleen gaan doen. Bij alles denk je terug en denk je aan. Zo hobbel je gehavend verder en probeert weer nieuwe geschiedenis op te bouwen zonder de ander. Maar die plek blijft toch leeg. Die stoel blijft onbezet. Twee wordt een of vier wordt drie. Het is zo incompleet.  Zelfs als die plek voorzichtig wordt ingenomen in liefde voelt dat als schending. Niet díe plek, maar iets er naast, een andere stoel.

Juist in het gemis is de ander aanwezig, je denkt aan hem. Als er niet meer wordt gedacht aan en er geen gemis meer is, is de persoon pas echt weg.

Hoe sterker de band was, hoe groter het gemis en hoe sterker de aanwezigheid. De persoon is er lijfelijk niet meer, maar de relatie bestaat nog steeds en ook de verbinding. Die zal nooit overgaan.

De liefde doet zich pas werkelijk kennen, als het afscheid komt.

Kahlil Gibran

Afbeelding afkomstig uit het boek Gehavend van Johan Maes.